NIEMAND IS ZONDER ZONDE

zondag 3 april 2022
Vijfde zondag Veertigdagentijd – C
Jesaia 43:16-21, Filippenzen 3:8-14 en
Johannes 8:1-11

Niemand is zonder zonde

Johannes 8, 7-9
  1. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’
  2. Hij bukte zich weer en schreef op de grond.
  3. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond.

Niemand?

Er zijn mensen die zeggen dat de Bijbel alleen oude versleten verhalen hebben. Maar dat is niet waar, want ook de Bijbel staat vol met schitterende en heel boeiende verhalen. En ook als Jezus iets belangrijks te vertellen had, begon Hij niet met mooie theorieën, maar vooral een verhaal te vertellen. In het vertellen van verhalen werd duidelijk wat Jezus wilde zeggen. Vorige week bijvoorbeeld ging het om de boeiende parabel over de Verloren Zoon, die door zijn oudere broer niet werd begrepen. Gelukkig was zijn vader veel barmhartiger.

Vandaag gaat het over een overspelige vrouw. En dat is geen oud en versleten verhaal. Integendeel, zelfs na tweeduizend haar blijft het een bijzonder spannend verhaald. Het Evangelieverhaal van vandaag zou tegenwoordig uitstekend passen in programma’s als Goede Tijden en Slechte Tijden. Een vrouw wordt betrapt op overspel, ook dat kom je wel tegen in dit programma! Zelfs na tweeduizend jaar blijft het nog steeds een spannend gebeuren. Maar Jezus wilde blijkbaar niet meedoen met het onwaardig verhaal, waarin de ellende van een vrouw wordt uitgebuit als bouwstenen voor een spannende discussie met een kwaadwillige achtergrond. Jezus gunt de Wetgeleerden en Schriftgeleerden, enkele ogenblikken de illusie van een overwinning.

In het verhaal buigt Jezus zich voorover en schrijft met zijn vinger in het zand, om daarna te zeggen: ‘wie zonder zonde is, werpe de eerste steen!’ De meesten lopen dan weg van de rest van het spannende verhaal, want, laten we eerlijk zijn: wie van ons is eigenlijk zonder fouten en zonder zonde? Elk mens heeft in zijn leven weleens schipbreuk geleden. Mensen zonder fouten en tekorten bestaan gewoon niet! En Jezus blijft alleen met de vrouw, met de prostituee, achter, of zoals Jezus aan haar vraagt: ‘Vrouw, heeft iemand u veroordeeld? ‘Niemand, Heer’, zegt ze. Jezus zegt: ‘Ook ik veroordeel u niet. Daarom, ga heen en zondig voortaan niet meer’. Hij zegt: ‘Ik ben barmhartig, zoals mijn en uw Vader barmhartig is. Oordeel niet, en u zult niet veroordeeld worden’. Jezus veroordeelde zelfs deze vrouw niet, hoe zeer Hij haar daad ook afkeurt. Hij zegt vol liefde: ‘Ga heen, en zondig net meer’.

Drie dingen vallen mij vanmorgen in het verhaal op: Blijkbaar gaat het bij overspel altijd over vrouwen. Mannen komen we in dit soort verhalen niet tegen. De mannen hebben hun avontuurtje gehad. Hij kan er trots op zijn, dat hij nog steeds aantrekkelijk voor vrouwen is. Maar deze vrouw blijft achter met een wonde. Zij is voor het leven getekend, want ze heeft zich hoerig gedragen. Een typisch staaltje van een dubbele moraal dat na 2000 jaar nog niets aan actualiteit heeft ingeboet.

Het tweede dat mij opvalt is dat de vrouw wordt gebruikt door de Wetgeleerden en Schriftgeleerden om Jezus klem te zetten. Zo wordt zij een pion, niet meer dan een speelbal in ons menselijke schaakspel. Het derde dat mij opvalt is dat de vrouw midden in een kring van mensen wordt neergezet. Dat lijkt me een afschuwelijke ervaring. Mensen die je midden in de kring zetten. Je staat daar alleen, eenzaam, door iedereen in de steek gelaten. Iedereen heeft kritiek op je, niemand die het voor je opneemt, niemand die je beschermt, niemand die voor je gaat staan. Je staat daar in je hemd, voor iedereen te kijk. Ze wijzen met hun vinger naar je, noemen je slecht, schelden je uit voor hoer. Ze bedreigen je met de dood, hebben je al doodverklaard, je deugt immers niet! Niemand in de kring neemt het voor je op. Niemand vraagt aan je hoe je ertoe bent gekomen. Niemand weet wat er allemaal aan vooraf is gegaan. God alleen weet hoe het zo ver heeft kunnen komen. Alleen Hij weet van je omgeving af. Als geen ander weet Hij hoe menselijke relaties kunnen stranden, hoe huwelijken kunnen verkillen en verzanden.

God weet dat nooit ‘n mens alleen schuldig kan zijn. Hoe we allemaal in schuldvervlechting staan tegenover Hem en tegenover elkaar. Maar wat gaat Jezus nu doen? Gaat Hij eindeloos redetwisten? Wordt ook Jezus betrokken bij dit mensonterend spel? Moet ook Hij nu aan de vrouw gaan trekken? Maar Jezus weigert dat! Hij zwijgt stil en tekent met zijn vinger in het zand. In haar dorp waar ze woont, wordt ze genegeerd, de kinderen worden op school gepest. Ze moet de gemeenschap verlaten. Wat beweegt ons, om zo te reageren en anderen te beoordelen, en soms hen levend dood te verklaren. De dorpelingen houden zich bezig met de motieven van de vrouw, Hoe heeft ze dat in Gods naam kunnen doen?

We hebben er morele oordelen over, want het is schandalig wat ze gedaan heeft. Maar wat beweegt ons nu werkelijk om zo te reageren en elkaar te beoordelen?

Te midden van anderen voel ik me flink en sterk, en verberg ik mijn eigen begeerten en seksuele neigingen en tekorten, alsof we alleen zelf heilig zijn. Jezus schrijft met zijn vinger in het zand. Wat schrijft Hij daar? De evangelist Johannes zegt er niets over. Maar misschien schreef Jezus: ‘Waar is haar minnaar, haar vriend, gebleven?’ Of misschien tekende Jezus gewoon poppetjes in het zand, om een denkpauze, een moment van bezin­ning, in te lassen. Jezus zegt niets tot de aanklagers van deze vrouw. Maar die blijven maar doorzeuren en doorvragen. Zo gemakkelijk komt Jezus er niet af! Daarom komt Jezus toch met een antwoord. Hij zegt: ‘Vooruit, stenig haar maar als je zelf geen enkele fout hebt gemaakt’. En dan druipen ze af, de een na de ander, de oudsten het eerst. De stenen laten zij uit hun handen vallen, want ze weten dat ze niet veel beter dan de vrouw die ze willen stenigen.

Wij staan zo gauw klaar met ons oordeel en wijzen met onze vingers. De wetgeleerden plaatsen Jezus voor een dilemma. Kiest Jezus nu voor de wet van Mozes, de Thora, of voor de Romeinse wet? Tussen deze twee wegen moet Jezus kiezen. Maar wat Jezus ook zegt, het zal tegen Hem gebruikt worden. Maar Jezus kiest ook voor de weg van Barmhartigheid, zoals Hij dat vorige week ook gedaan heeft met de Zoon die ‘verloren’ was. Zijn we dan allemaal van die grote zondaars? Natuurlijk zullen er niet veel mensen zijn die iemand om ‘t leven hebben gebracht ‘.

Het Vijfde gebod ‘Gij zult niet doden’ hebben de meesten van ons niet overtreden. Maar het vijfde gebod zegt dat we onze handen thuis moeten laten. Dat is al heel wat! Maar in de Bergrede vraagt Jezus van ons meer dan dat minimum: je moet je handen niet alleen thuishouden, je moet ze ook naar elkaar durven uitsteken! Zo zullen er mensen zijn die zeggen: Nee, ik heb het zesde gebod nooit overtreden, want ik heb nooit Echt gebroken, Overspel gepleegd, of een Slippertje gemaakt. Maar daar gaat het niet om, zegt Jezus. Vul dat gebod toch royaal in: hoe ga jij in je leven om met menselijke trouw en vriendschap? Want erger dan een hand die slaat, is een hand die nooit streelt! En erger dan een tong die zwijgt is een tong die anderen nooit bemoedigt en bevestigt.

Jezus schrijft in het zand. Misschien om aan te geven: bedenk toch, mens, wie je zelf bent: je bent, stof uit stof, hoe durven wij dan de Rechterstoel van God te beklimmen? Misschien schreef Jezus in ’t zand, zoals ‘n kind doet, iets opschrijven om ‘t meteen weer uitvegen. Want God zelf is blijer om één mens die zich bekeert dan om duizend mensen die blijkbaar geen bekering nodig hebben. Jezus bidt zelfs aan het kruis voor zijn beulen. Tegen een van de gekruisigde zegt Hij: ‘Nog heden zult ge met Mij zijn in het paradijs’. Jezus is niet de Enige die partij kiest. Zo worden er bij God ook nooit bruggen afgebroken. Er wordt geen scheiding gemaakt tussen goeden en slechten, tussen onderdrukkers en onderdrukten, tussen rijken en armen: Hij wil alle mensen bij elkaar houden.

God kiest voor goedheid, en bestrijdt wat mensen uit elkaar trekt, wat het leven van mensen onmogelijk maakt of vermoordt.

Jezus deed wat Hij bij anderen geholpen had te doen, Hij zei, ook in onze tijd: ‘Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig van nu af niet meer.’ Beweeg je op de smalle weg van God naar Gods hemelse Koninkrijk.

Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Augustinuskerk en Urbanus parochie Bovenkerk